maandag 24 september 2012

Leven met hoogsensitiviteit

Ik heb al meer dan een jaar niets meer gepost... Een vergetelheid, beetje luiheid ook... en de drukte waarin het dagelijks leven mij meesleurt. Als ik dan even tijd heb voor mezelf, doe ik ook graag helemaal niets.

Sinds de laatste post hebben manlief en ik onze eerste huwelijksverjaardag gevierd. We zitten nu een tweetal jaren in ons huurhuis en denken na over de aankoop van een eigen huis. En moesten er binnenkort kindjes op komst zijn, dan zijn ze natuurlijk steeds welkom.

Ook ben ik van job veranderd. Geen nachtelijke uren meer, maar dus wel 's ochtends en 's avonds spitsuur en voor een nachtmens zoals mezelf, is kwart na zes in de ochtend verd*md vroeg! Nog een geluk dat ik van Leuven en Brussel wegrijd, dat maakt de tocht alvast een stuk aangenamer.

Een constante waar ik nu ook weer mee geconfronteerd word, is mijn hoogsensitiviteit. Er bestaan vele definities rond, maar ik parafraseer het een beetje in eenvoudigere bewoordingen. Kort gezegd: ik kan niet goed filteren. Zet mij bij een grote groep mensen of in een luidruchtige omgeving en ik ben op het einde van de rit doodop. De meeste medemensen filteren een aantal indrukken weg en behouden slechts de belangrijkste. Ik niet, ik zuig alles op, net zoals een grote spons dat zou doen. Een spons op benen en met armen: dat ben ik!

Is er iemand kwaad, dan verandert mijn humeur ook. Bij agressie zal ik eerder angstig worden. Iemand tegenkomen met een dipje kan mij ook in de put helpen. Een blij of geïnspireerd iemand kan mijn hele dag goedmaken, enz. Dat kan ook gelden voor liedjes of films: de mood van het geheel kan mij helemaal en totaal onverwachts onderuit halen.

Op het werk is dat niet altijd eenvoudig. Ik ben ontzettend gevoelig voor bewoordingen en formuleringen. Je kan me de grond inboren of mijn motivatie zo opstuwen dat mijn productiviteit verdubbelt... maar dan moet je wel letten op je woorden. 

Veel mensen zeggen mij dan: "Trek het je niet aan. Vergeet het. Negeer het. Zet het van je af". Dat probeer ik, maar het lukt vaak niet. Vaak heb ik de weerslag van de woorden al gevoeld, vooraleer ik ze goed en wel geregistreerd heb. Dan is de wonde geslagen... en dan kan ik alleen maar wachten totdat ik me thuis kan terugtrekken in mijn heiligdom om daar mijn wonden te gaan likken en te verzorgen. Daar kan ik rusten en slapen... Vooraleer ik weer de wijde wereld intrek en overweldigende indrukken te lijf ga.

vrijdag 19 augustus 2011

Ode aan onze huisdieren

Ik heb er al over geschreven, ik heb ze getekend, maar hier volgen dan de foto's!
De eerste is Milo. De kater, de profiteur, de charmeur. Hij heeft een speciale relatie met mijn wederhelft. Ik weet bijna zeker dat de kat jaloers is als ik mijn man eens vastpak. Gelukkig komt hij toch ook eens bij mij knuffelen, voornamelijk als zijn grote liefde het huis uit is...

De tweede is Max. Goeie, oude Max. Nog steeds kranig en kwiek op zijn 13 jaar. Hondenjaren dus, hoogbejaard in mensenjaren. Respect. Zolang hij zin heeft om te eten maak ik me geen zorgen, dat wilt zeggen dat hij nog goed mee kan. Zoals ik al plagend tegen mijn grootmoeder zei: onkruid vergaat niet!

Nummer drie is de heksenkat: Merlijn. Een wijfje, ondanks de naam. Heksenkat omdat ze volledig zwart ziet. Mijn baby, mijn kleine meid. Een echte babbelkous. Ik heb al drie keer haar leven gered en ik zou het nog doen. Niet alleen zij, allemaal natuurlijk.



De laatste is Mieke, die helaas enkele weken geleden van huis verdwenen is. Ik hoop voor haar dat ze elders onderdak gevonden heeft, lekker warm met een volle buik in een knusse zetel. Ik vrees er een beetje voor, maar wie weet, het was een taaie kattin. Grote mond, klein hartje. Enorm lief, wanneer zij dat wou. Het ga je goed, meisje.

Dat zijn ze, onze schatjes. Mijn wederhelft beschrijft zichzelf als een aap. Op slechte dagen ben ik een geit. Soms eten we als varkens. Andere keren zijn we twee koppige ezels... Eén en al beestenboel hier, maar wat een ambiance!

Vriendelijke groeten

Schetsen en tekeningen

Ik heb de tekenkriebel weer te pakken. Dat duurt meestal even en dan wilt er wel wat moois te voorschijn komen... Voorbeeldjes hieronder:

Dit noemen ze de stippling methode. Pointillisme komt ook voor als benaming, maar dat verwijst meer naar een schildertechniek. Je gaat er na een tijdje scheel van zien, maar het resultaat is erg bevredigend.
De eerste afbeelding zijn de prachtige bloemetjes die ik tijdens onze huwelijksreis op Mauritius heb zitten bewonderen.
De tweede afbeelding is pure verbeelding, met een verwijzing naar de ruimte en sterrennevels.


Ook heb ik wat met potlood zitten schetsen. Onze huisdieren waren de slachtoffers van dienst, maar omdat ze niet goed stil blijven zitten, heb ik ze vooral zitten tekenen als ze in dromenland verkeerden...


Ik kan behoorlijk jaloers worden op dat luilekkerleventje. Al moet ik zeggen dat ik ze veel vergeef als ze zo vredig op mijn buik liggen te spinnen...

Vriendelijke groeten

donderdag 16 december 2010

De winter en mijn engelbewaarder

Ik heb er geen problemen mee dat het koud wordt 's winters. En een beetje sneeuw kan ik ook appreciëren, als ik het binnenshuis bewonder en het haardvuur op volle kracht knettert. Dat is het mooie, het idyllische aan dit witte seizoen.

Dan is er ook de realiteit: winterweer en werken... De meeste mensen leggen een redelijke afstand af om te gaan werken: een kwartier rijden, een halfuur, een uur misschien. Ik dus ook. Nu ik verhuisd ben, rij ik elke dag een klein uurtje naar mijn werk... Enkele rit. Daar komen kleine baantjes bij kijken, autosnelweg, steenweg. Meestal gaat dat goed. (De radio op, dat bolt altijd beter) In de winter kan het wel eens verkeren.

Ik ben dit winterseizoen al twee keer met mijn wagen geslipt en we zijn halverwege december. Dat belooft voor de komende maanden.

De eerste keer was op een klein dorpsbaantje. Een gladde plek en hups, daar gaan mijn wagentje. Het duurt maar een fractie van een seconde, maar het is voldoende om het doodsbenauwd te krijgen. Ik gleed dwars over het andere rijvak heen en zag de hoek van een gevel - en daarnaast de elektriciteitspaal - op me af komen. Ik reed niet snel, 30 à 40 km per uur, dus een harde knal zou het niet worden, maar ik zag mezelf wel botsen. Gelukkig stopte ik op een meter van de gevel en de paal. Zonder brokken. Na een slippartij van een kleine tien meter. Voorzichtig achteruit gereden en nog langzamer de weg huiswaarts verder gezet. Behalve wat angstzweet geen verdere schade.

Gisteren opnieuw geslipt. Ditmaal op de oprit van de snelweg. Geen problemen of gladheid ervaren tot daar. Ik ben het gewoon van de snelheid op te voeren op de oprit, ook al is het een sterke bocht en hang ik scheef in mijn autozetel. Hier deed ik het opnieuw en ineens begon mijn autootje te schaatsen. Het leek erop dat ik de situatie nog kon rechttrekken, maar van de schrik duwde ik op de rem en toen was het om zeep... Ik liet alles los, behalve het stuur, en liet de wagen gaan. Weer zag ik mezelf ergens tegenaan botsen. De vangrail misschien? Gelukkig niet: na bijna 180° gedraaid te zijn op de oprit, kwam de wagen tot stilstand. Geen ander verkeer dat kwam aangereden. Oef.

Het kan niet anders zijn of ik heb een engelbewaarder die me voor het ergste behoedt. En als het iemand is die ik ken en die ik verloren ben, dan weet ik wel wie.
Als jij over me waakt, dan weet ik dat ik veilig ben. Dank je, mama. Ik zal beter opletten. Beloofd.

Warme knuffels,

Ellen

woensdag 15 december 2010

Betweters en slimmeriken

Ik kan er niet tegen. Echt niet. 
Je hebt zo van die mensen die het altijd beter weten, die altijd een antwoord hebben waar niet eens om gevraagd is. Sta je daar iets te vertellen, komen ze er tussen: "Wat is dat, wat is het probleem?"
Eén, je was niet tegen hen bezig. Twee, ze hebben  niet eens verstaan wat je precies zei. Hun mening ga je echter wel krijgen, omdat ze de drang niet kunnen weerstaan, omdat ze absoluut "hun waarheid" moeten verkondigen.
Nu kan ik zo'n situatie best negeren en relativeren. Dat lukt wel, dat is nog goed te doen.

Waar het dan echt de spuigaten uitloopt, is het uitlachen. Als hun mening, hun waarheid spottend wordt, omdat ze jouw standpunt lachwekkend vinden, dan gaat mijn bloed koken. Vooral als mijn standpunt gegrond is, dan heb ik er recht op, al is het niet perfect. Dat kan het trouwens nooit zijn.

Ik wil hier niet de indruk geven dat ik mezelf niet kan relativeren. Ik kan er best mee lachen als ik iets doms gezegd heb. Ik kan best lachen met het feit dat ik blond ben. Of met andere schoonheidsfoutjes die ze in mij in kunnen terugvinden.

Ik kan er alleen niet mee lachen als ik wél weet waarover ik het heb en er toch een betweter of slimmerik is die me gaat tegenspreken. Dus betweters en slimmeriken, als jullie mij tegenkomen, gelieve in een grote, ronde boog om me heen te lopen. Ik dank jullie van harte. En mijn bloeddruk dankt jullie ook.

Vriendelijke groeten,

Ellen

maandag 1 november 2010

Ellens Manifesto - Deze wereld heeft nood aan meer respect!

Enkele jaren geleden al ben ik blijven stilstaan bij de betekenis van het woordje 'respect'. Het viel me op hoeveel andere betekenissen en relaties bij respect beginnen. Vriendschap kan er niet zijn zonder respect. Liefde ook niet. Een goede collegiale relatie op de werkvloer vereist respect. Alle menselijke relaties, van de meest oppervlakkige en beleefde tot de meeste intieme en intense... Alle menselijke relaties berusten in mindere of meerdere mate op respect.

En waar zie ik iedere dag een ongelooflijk gebrek aan? Inderdaad, datzelfde respect. Mensen op de weg die geen rekening houden met andere chauffeurs door te snel, te langzaam, te roekeloos te rijden. Klanten in de winkel die hun karretje aan één kant zetten en zelf aan de andere kant gaan staan, waardoor het hele gangpad versperd wordt. Collega's die je een mes in de rug steken van zodra ze een carrière move kunnen ruiken. Familie die je de duvel aandoet omwille van erfeniskwesties. Verloren liefdes die oude wondes open halen... Allemaal een jammerlijk gebrek aan respect.

Voor wie wilt, is het nochtans niet zo moeilijk. Een beetje gezond verstand en een flinke dosis goede wil. Daar kan je héél véél mee bereiken in het leven. En van een beetje respect is ook nog niemand doodgegaan.

Mijn kennis/vriend/collega is gelovig, ik niet. So what? Ik respecteer zijn keuze, maar blijf de mijne behouden. Gaat hij naar de kerk of een andere religieuze instelling om zijn geloof te eren, dan heb ik daar niets op te zeggen. Goed voor hem dat hij dat wenst en daar een verrijking in ervaart. Ik heb dat niet en laat me dat ook niet opdringen. Klaar. Waarom moet dat moeilijker zijn?

Mijn kennis/vriend/collega rijdt met een dure, snelle auto. Ik heb een oude Ford Fiesta met kleine motor. Ik kan niet zo snel optrekken, maar ik rijd mijn snelheid. Is de beperking 50, dan rijd ik 50 of soms meer. Zelfde voor 70, 90 en 120. Willen de andere bestuurders op de weg zich niet aan de snelheidsbeperking houden, ook goed. Haal me dan in. Op een veilige manier. Zit me niet in mijn gat te rijden als ik de juiste snelheid aanhoud. Hou afstand of haal me in. Ik zal misschien wel hoofdschuddend achter mijn stuur zitten, maar het is een vrij land. Wie een boete wilt riskeren, moet dat zelf weten. Zolang ik er niet onvrijwillig in betrokken word, heb ik respect voor de rijstijl van een ander. Al blijf ik wel op mijn manier rijden.

Ik kan gemakkelijk zat voorbeelden blijven aanhalen tot ik een boek vol heb, maar de essentie blijft hetzelfde. We zitten nu eenmaal met 6 miljard mensen op één aardkloot. Naast individuen zijn we ook sociale wezens. De menselijke paradox. We hebben elkaar nodig, zodat iedereen met zijn bijdrage het grote radarwerk in gang kan blijven houden. Alleen zijn we niets. Laten we dan op zijn minst een beetje rekening houden met de andere aardbewoners.

Moeilijk is het niet. Ik wil op mijn gemak mijn boodschappen vinden, laat me dan even mijn karretje uit de weg zetten, dan kan ik rustig zoeken en kunnen andere, gehaaste klanten erdoor. Ik wil sneller rijden dan 120, maar laat me dan even wachten tot die kleine Fiesta de vrachtwagen heeft ingehaald. Dan pas rij ik eraan voorbij. Ik wil die promotie op het werk, maar een andere collega heeft gelijkaardige capaciteiten. Laat me dan zoals de intelligente mens die ik ben, mijn werk voltooien en mijn mogelijkheden tentoonstellen. En laat me dan hopen dat mijn werkgever even intelligent is om die vaardigheden aan te zien. Dan heb ik volop de voldoening van de promotie en moet ik niet terugvallen op achterklap en smerige roddels.

Een beetje goede wil en een dosis gezond verstand. Daar kom je een heel eind mee. En respect dus. Lukt het niet, word je soms teleurgesteld of gekwetst door anderen, dan is dat jammer, maar niet het einde van de wereld. Ik blijf liever mezelf dan dat ik me laat opvreten door woede en frustratie. Uiteindelijk, op een leven lang, zijn die kleine hindernissen het niet waard. Uiteindelijk, op een leven lang, zijn die hindernissen niet meer dan herinneringen die we ons moeilijk kunnen herinneren...

En hiermee besluit ik mijn manifesto/zwaar moreel geladen tekst, met de conclusie dat er nooit teveel respect kan zijn op deze wereld. 

Morgen veeg ik ineens ook voor mijn eigen deur.

Vriendelijke groeten.

Huwelijksvoorbereidingen

Mijn toekomstige wederhelft gaat trouwen, met mij. En ik met hem. De datum is vastgelegd bij de gemeente. Vrienden, familie en kennissen zijn ingelicht. We wonen nu een maand samen. 

Tijd om de feestzaal vast te leggen.

Eerste feestzaal ligt op een prachtig domein. Binnenin een adembenemende oranjerie. Alles piekfijn in orde. Wat blijkt? "4 juni zijn we volzet. Ja, dat is het weekend van Hemelvaart. Dat valt volgend jaar héél laat. Dat is de periode van de communiefeesten, hé. Het laatste belangrijke weekend voor die tijd". Patat! Daar hadden we weer iets nieuws voor de kiezen.

Ik redeneerde nog zo mooi: juli en augustus zijn er veel mensen op verlof. September is een dure maand door het nieuwe schooljaar en daarna, vanaf oktober, begint het weer te minderen. Laten we voor mei of juni gaan. Toevallig kwamen we uit op 4 juni. Netjes op een zaterdag. Blijkt nu dat we dan ook rekening moeten houden met communiefeesten.

Waarschijnlijk is het dat duiveltje op mijn schouder, maar dan denk ik toch even: vanwaar worden er nog zoveel communies gevierd? Ondanks alle crises in de kerk worden er communiefeesten gehouden. Waarom? Vindt het plaats vanuit het oprechte geloof of is het vanuit traditie en gewoonte dat het ritueel wordt verdergezet? Of erger: omdat anderen het ook doen en we niet achter willen blijven? "Mijn kind zal ook een vormsel houden!" En voor degene die 'ruimdenkend' zijn: "Mijn kind heeft ook recht op een lentefeest".

Hoe dan ook, morgen proberen we het opnieuw, en blijkbaar staat daar wel nog de datum vrij. Nu maar hopen dat het een zaal is om verliefd op te worden. Dat zou alvast een goed begin zijn voor een mooi huwelijksfeest en een lang en gelukkig leven samen.

Vriendelijke groeten.